Het LYNX ObligatiePortaal

Obligaties spelen een belangrijke rol in veel beleggingsportefeuilles en worden door zowel overheden als bedrijven uitgegeven om kapitaal aan te trekken. Hoewel obligaties soms minder aandacht krijgen van particuliere beleggers, vormen ze wereldwijd een van de grootste financiële markten.

Lees hier meer over de doeleinden waarvoor ze gebruikt kunnen worden, de mogelijke risico’s, voor- en nadelen. Het doel is om u te informeren over dit type beleggingsproduct, zodat u een weloverwogen keuze kunt maken die past bij uw persoonlijke financiële situatie en doelen.

Wat is een obligatie?

Een obligatie is in essentie een lening die een belegger verstrekt aan een uitgevende partij, zoals een overheid of een bedrijf. In ruil hiervoor ontvangt de belegger een rentevergoeding, de couponrente. Deze rente wordt op vaste tijdstippen uitbetaald (bijvoorbeeld halfjaarlijks). De looptijd van een obligatie verwijst naar de periode waarin rente wordt betaald en het geleende bedrag aan het einde wordt terugbetaald.

Net als bij ieder ander beleggingsproduct, brengt handelen in obligaties specifieke kansen én risico’s met zich mee. Beleg alleen in markten, producten en strategieën die u begrijpt en die bij u passen.

Twee belangrijke risico’s van handelen in obligaties zijn:

  • Kredietrisico: Kredietrisico is het risico dat de uitgevende partij haar schuldverplichtingen niet nakomt. Bedrijfsobligaties hebben doorgaans een hoger kredietrisico dan staatsobligaties. Beleggers kunnen daarom een hogere rente (spread) verwachten als compensatie voor dit risico.
  • Marktrisico: Het marktrisico is het risico dat de gehele markt daalt, wat invloed heeft op de koers en waarde van effecten. Marktrisico wordt beïnvloed door macro-economische factoren, zoals een daling van de economische groei of rentewijzigingen.

Voordelen van handelen in obligaties:

  • Relatieve stabiliteit en voorspelbaarheid: Hoewel er een verschil bestaat tussen de verschillende soorten en types obligaties, wordt deze beleggingscategorie gezien gezien als een vrij waardevaste investering. Dit geldt vooral voor een obligatie waarbij de looptijd en het rentepercentage vooraf zijn bepaald.
  • Rangorde in geval van faillissement uitgever: Met betrekking tot terugbetaling gaan obligatiehouders voor op aandeelhouders in het geval van een faillissement van de uitgever.

Nadelen van handelen in obligaties

  • Niet iedere obligatie is hetzelfde: Obligaties worden doorgaans gezien als beleggingen met een laag risico. Toch is niet iedere obligatie hetzelfde. Want er zijn ook obligaties met een hoger risico op wanbetaling. Vaak staat hier een hogere coupon tegenover. Het is daarom essentieel om u op voorhand goed te verdiepen in de specifieke kenmerken van een obligatie.
  • Lager verwacht rendement: Doordat obligaties doorgaans een lagere risicopremie kennen, is het verwachte rendement op lange termijn lager dan dat van bijvoorbeeld aandelen.
  • Niet-beursgenoteerde obligaties moeilijk verhandelbaar: Niet-beursgenoteerde obligaties kunnen moeilijk verhandelbaar zijn.

Recente ontwikkelingen

De rente op obligaties is de afgelopen jaren sterk veranderd. Na een periode van historisch lage en zelfs negatieve rentes zijn de rentetarieven recentelijk gestegen, mede door inflatie en beleidsmaatregelen van centrale banken. Dit heeft geleid tot hernieuwde aandacht voor obligaties, waarbij beleggers continue rekening moeten houden met de mogelijke impact van verdere renteveranderingen op obligatiekoersen.

Rendement op obligaties

Het rendement op een obligatie bestaat uit twee componenten: de couponrente en de koerswinst of -verlies bij verkoop.

Het couponrendement is het rentepercentage dat de obligatie periodiek uitkeert op basis van de nominale waarde. Als een belegger een obligatie koopt en deze tot de vervaldatum aanhoudt, ontvangt hij de couponbetalingen en krijgt hij zijn oorspronkelijke investering terug.

Bij tussentijdse koop of verkoop is het het totale rendement daarnaast afhankelijk van de prijs waartegen de obligatie wordt gekocht of verkocht op de secundaire markt. Als de marktprijs van een obligatie hoger is dan de nominale waarde, leidt dit tot een kapitaalverlies als de obligatie tot vervaldatum wordt aangehouden. Omgekeerd kan de aankoop van een obligatie onder de nominale waarde leiden tot een kapitaalwinst als deze tot vervaldatum wordt aangehouden.

Ontdek meer over obligaties via onze artikelen

Leer nog meer over obligaties, de rol die deze beleggingsinstrumenten kunnen spelen in een portefeuille en actuele relevante ontwikkelingen. Bij LYNX zijn we ervan overtuigd dat het essentieel is om de risico’s en kenmerken van een specifieke obligatie te begrijpen voordat u belegt. Raadpleeg daarom altijd een financieel adviseur als u twijfelt over de geschiktheid van een product voor uw situatie.

1 / 1
Obligaties - Alles over het handelen van obligaties via LYNX
Obligaties

Beursagenda



Veelgestelde vragen over Obligaties

FAQ

Obligaties zijn leningen die worden uitgegeven door overheden of bedrijven. Deze obligaties hebben een nominale waarde, oftewel het bedrag dat bij aflossing weer wordt terugbetaald. De nominale waarde van de totale lening is het bedrag dat de uitgever wil verzamelen. Dit totaalbedrag wordt opgeknipt in kleinere delen, dat zijn de coupures. Dit zijn de eenheden waarin u de obligaties op de beurs kunt verhandelen.

De koersen worden vaak uitgedrukt in een percentage (bijvoorbeeld 105%) van de nominale waarde. Als de koers exact gelijk is aan de nominale waarde dan is deze 100%, dit ook wel ‘a pari’ genoemd. De obligatie is beneden pari als de beurskoers onder de 100% is, en boven pari als deze boven de 100% noteert. Aan het einde van de looptijd noteert een obligatie altijd a pari (100%).

Voor het uitlenen van geld krijgt u (meestal) een vergoeding. Dit wordt de coupon genoemd.

  1. De marktrente: deze wordt vastgesteld door de Europese Centrale Bank.
  2. De looptijd van de lening: hoe langer u uw geld beschikbaar stelt, des te hoger de rente (in een normale markt).
  3. De kredietwaardigheid van de overheid of het bedrijf: het vertrouwen in de instantie aan wie u uw geld leent.

Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat (in een normale markt) obligaties die een langere looptijd hebben harder zullen dalen of stijgen wanneer de marktrente daalt of stijgt, dan een obligatie met een korte looptijd. Naarmate de vervaldatum van een obligatie nadert, neemt de rentegevoeligheid namelijk af. Een 2-jaars obligatie heeft dus een lagere rentegevoeligheid dan een net uitgegeven 10-jaars obligatie.

De combinatie van coupon en looptijd wordt ‘duration’ genoemd. De duration is een belangrijke maatstaf voor het renterisico van een obligatie. Hoe langer de duration, des te gevoeliger de koers van die obligatie is voor een verandering van de rentestand.

Praktijkvoorbeeld:

Zodra de rente op een obligatie stijgt, zal de obligatiekoers in waarde dalen. Er zijn dan namelijk betere obligaties te krijgen met een hogere couponrente. Als u een obligatie had gekocht die 4% rente betaalt, maar de rente stijgt naar de 5%, dan wordt het lucratiever om in nieuwe staatsleningen te beleggen tegen 5% dan in obligaties die maar 4% geven. Op het einde van de rit krijgt de obligatiehouder zijn inleg altijd ‘a pari’ weer terugbetaald. Als de marktrente gestegen is van 4% naar 5%, dan zal de koers van de obligatie echter onder de nominale waarde dalen, zodat een nieuwe eigenaar van deze obligatie ook ongeveer op 5% rendement kan uitkomen.

Hoewel de meeste (traditionele) obligaties een vaste couponrente hebben, zijn er ook obligaties die een variabele rente hebben. Een voorbeeld hiervan is een obligatie waarbij de couponuitkering afhankelijk is van de hoogte van de Euribor. Daarnaast zijn er nog vele verschillende typen obligaties. Hieronder worden deze obligaties kort toegelicht.

  • Obligaties met een vast rendement: de betaling van een vast rendement wordt gegarandeerd tijdens de gehele duur van de lening (tot aan de vervaldatum). Het reëel tarief of een gerichte schatting ervan staat vast op het moment van de aankoop op de primaire markt. Zodra deze verhandeld worden op de secundaire markt, zal de koers variëren in functie van het reëel rendement dat op dat moment voor dit type product te verkrijgen is.
  • Floating rate note (obligaties met een variabele rente): dit type obligatie kent geen vaste, maar een variabele couponrente. Het kan zijn dat de hoogte van de couponrente afhankelijk is van bijvoorbeeld de marktrente. Deze obligaties hebben als voordeel dat wanneer de marktrente stijgt, de vergoeding ook stijgt. Bij een daling zal de couponrente echter ook dalen.
  • Achtergestelde obligaties: lening die bij faillissement pas wordt terugbetaald, nadat gewone obligaties en andere leningen of schuldeisers zijn afbetaald. De risico’s zijn groter dan van een gewone lening en de rente is meestal hoger.
  • Perpetuele obligaties: perpetueel betekent ‘eeuwigdurend’. Dit wordt gebruikt bij obligaties die geen vooraf vastgestelde looptijd hebben.
  • Converteerbare obligaties: deze obligatie wordt vooral gebruikt door (beursgenoteerde) ondernemingen. Op het einde van de looptijd zal de obligatiehouder de lening niet terugbetaald krijgen, maar zal deze worden omgezet in aandelen. Deze obligatie kent twee voordelen voor de uitgever. Ten eerste hoeft de uitgever geen cash te reserveren om de lening af te lossen en anderzijds zal de te betalen interest lager zijn. Deze obligaties bieden veelal een lager rendement voor de koper, omdat de belegging eigenlijk vergoed wordt door de mogelijkheid om later aandelen te krijgen tegen een vooraf bepaalde prijs. Dit type kan heel voordelig zijn als men verwacht dat de aandelenkoers flink gaat stijgen, omdat de waarde van de obligatie dan enorm toeneemt.
  • Zero-coupon bonds(nulcouponobligatie): Een zerobond, ook wel nulcouponobligatie genoemd, is een obligatie die geen periodieke rente (couponrente) uitkeert. In plaats daarvan wordt de obligatie tegen een korting (disagio) op de nominale waarde uitgegeven en bij afloop tegen de volledige nominale waarde afgelost. Het rendement voor de belegger bestaat uit het verschil tussen de aankoopprijs en de uiteindelijke uitbetaling op de vervaldatum. Zerobonds worden vaak gebruikt voor langetermijninvesteringen en kunnen aantrekkelijk zijn voor beleggers die geen tussentijdse inkomsten nodig hebben, maar liever een gegarandeerde uitkering op een vast tijdstip ontvangen. De koers van een zerobond is gevoeliger voor renteveranderingen dan die van een obligatie met couponrente, waardoor ze meer koersrisico met zich meebrengen.
  • Geïndexeerde obligaties: op de coupon van deze obligatie wordt een vermenigvuldigingscoëfficiënt toegepast die gekoppeld is aan de jaarlijkse inflatiekoers. Zo zal bij een sterke inflatie het mogelijke verlies van rendement op dit type obligatie minder groot zijn. Het indekken van rendementsverlies kost echter wel geld, waardoor dit type product meestal een lager rendement zal genereren dan obligaties met een vast rendement.
  • High Yield obligaties / Junk Bonds: obligatiebeleggers die op zoek zijn naar een wat hoger rendement komen vaak uit bij de zogeheten high yield bonds. Een negatievere term hiervoor is junk bond, oftewel ‘rommelobligatie’. Deze term wordt in de financiële wereld gebruikt om een risicovolle obligatie met een hoog rendement (high yield) aan te duiden. Kredietbeoordelaars als Standard & Poor’s kennen obligaties een waardering toe, om de betrouwbaarheid van een obligatie aan te geven. Een obligatie wordt officieel als junk bond bestempeld wanneer een kredietbeoordelaar de kredietwaardering “non-investment grade” (lager dan BBB) toewijst. Het zijn dus speculatieve obligaties, waarbij er een groot risico bestaat dat de onderneming failliet gaat.